De Zaakassistent aangeklaagd

Fijn maandag. Half tien, een koffie verkeerd, een waterig zonnetje door het raam en een volle mailbox. Mijn werkweek maakt een doorstart na een lekker weekend. Heerlijk! Op mijn mobiel verschijnt een onbekend nummer.

Aan de andere kant van de telefoon vertelt een diepe mannenstem mij dat hij ‘een zaak’ heeft. Hij ondersteunt MKB’ers. Met allerlei bijzaken. Met verbazing ontvangt hij mijn opmerking dat zijn bedrijfsnaam mij niet bekend in de oren klinkt. Krachtig legt hij me uit dat hij wat betreft naamsbekendheid nét onder De Telegraaf zit. Ik slik en denk koortsachtig na. Doesnt’ ring a bell.

Hij vertelt verder. Zijn bedrijfsnaam lijkt heel erg op die van mij. En daar zit zijn probleem. Die bedrijfsnaam van mij mag zomaar niet. De zijne was beschermd en ik liftte gratis mee op die van hem. De mogelijkheid bestond dat ik hem reputatieschade aan zou brengen. Hij liet een stilte vallen. Ik ook. Me van geen kwaad bewust.

Ik vermoed dat hij toen dacht dat ik hem niet helemaal begreep, waarop hij zijn boodschap toelichtte met een voorbeeld: ‘Stel je voor dat je pornosterren gaat adviseren, wat denk je wat dat met mijn business doet?

Ik ben onder de indruk.

Met de opmerking dat hij graag binnen een week wil horen hoe ik dit ‘probleempje’ ging oplossen én dat hij anders genoodzaakt was een rechtszaak te beginnen hing hij op. Allervriendelijkst.

Ja toegegeven: toen verschoot ik van kleur. Een nieuwe naam verzinnen, mijn hardcopy opnieuw laten drukken, mijn klanten benaderen, mijn website aanpassen. Ik was net lekker mijn naamsbekendheid aan het opbouwen.

Want, hoe dan, hè? Pornosterren? Kan dit zomaar? Het bloed wat uit m’n gezicht naar mijn knieën was gezakt, steeg in recordtempo omhoog. Daarbij kwam er een klein beetje stoom uit mijn oren.

Goed, eerst maar eens op onderzoek uit.

Meneer was mij op het spoor gekomen, nadat ik kortgeleden merkbescherming had aangevraagd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Juist omdat ik ook niet wil dat een concurrent mijn merk namaakt of misbruikt. Ik dook nog maar eens even in de procedure van een merkaanvraag.

Bezwaar maken tegen merkbescherming

Als je merkbescherming aanvraagt, krijgen andere partijen twee maanden de tijd om een ‘oppositie in te dienen’ bij het Benelux Merkenbureau. Ik heb een goede kans dat mijn merkbescherming geweigerd wordt als er verwarring ontstaat. Verwarring kan ontstaan als er grofweg sprake is van:
  • Een gelijk merk, aangevraagd voor dezelfde producten of diensten. (Ik begin een bank en noem deze ABNAMRO).
  • Ongeveer een gelijk merk met ongeveer dezelfde producten of diensten. (Ik begin een keten van broodjeszaken met de naam Mr Donald’s).
  • Opmerkelijk voordeel behalen uit het feit dat mijn merk ongeveer gelijk is. (Ik mag mijn kledingwinkel niet Nike noemen, ook al zijn dat de eerste twee letters van de namen van mijn kinderen).

Een oppositie indienen kost (minimaal) 1.030 euro. Als de meneer gelijk krijgt, moet ik hem een boete betalen van die 1.030 euro. En uiteraard wordt mijn merk niet geregistreerd. Als de meneer geen gelijk heeft, wordt mijn merk ingeschreven én moet hij mij een boete betalen van die 1.030 euro. Meneer kan ook nog gedeeltelijk gelijk krijgen. Dan wordt mijn merk voor een gedeelte van mijn diensten geregistreerd.

Als hij te laat is met oppositie indienen en de twee maanden zijn verstreken, dan kan hij alsnog proberen zijn gelijk te halen door een doorhalingsprocedure te starten. Dat is nogal een complex juridisch proces is, waarbij de kosten ook hoger zijn.

Tot zover de theorie.

Dan de praktijk

Als meneer een goede kans wil maken bij het indienen van een oppositie (dus bezwaar maakt tegen mijn aanvraag voor merkbescherming) moet hij aantonen dat mijn bedrijfsnaam, mijn logo én mijn diensten teveel lijken op wat hij met zijn bedrijf aanbiedt. Zodat er verwarring kan ontstaan bij onze klanten.

Om mijn logo en mijn diensten kan het niet gaan. Die zijn te verschillend. En een oppositie indienen alléén omdat mijn bedrijfsnaam teveel op de zijne lijkt, heeft weinig kans van slagen. Onze namen vallen onder gewoon taalgebruik en die mag niemand claimen, het zijn zogenaamde beschrijvende namen (behalve als het om heel bekende namen gaat, om het maar even eenvoudig te houden).

En de meneer

In een allervriendelijkste mail heb ik de meneer gevraagd of hij met onderbouwde argumenten kan aantonen dat er sprake zou kunnen zijn van verwarring, zoals omschreven in het merkenrecht.

Hij mailde terug dat ‘we het voorlopig maar even laten rusten’.